Onderwijs
- 2,4 miljoen kinderen en jongeren met betere toegang tot onderwijs
- 30.000 jonge mensen met versterkte vaardigheden
- 65.000 leerkrachten bijgeschoold
Internationale samenwerking staat voor een breed pakket van activiteiten, beleid en strategieën om de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) te behalen. En met resultaat! Wereldwijd is de armoede sinds 1990 gehalveerd. Daardoor zijn minder mensen ondervoed, volgen meer mensen een opleiding en hebben werk. Intussen gaat 90% van de kinderen in lage-inkomenslanden naar de basisschool. Malaria en tuberculose zijn een halt toegeroepen. En 2,3 miljard mensen wereldwijd hebben schoon drinkwater. Samen komen we tot een eerlijke, rechtvaardige en duurzame wereld met kansen voor iedereen.
De wereld wordt steeds minder arm. Extreme armoede neemt al af sinds de negentiende eeuw. Anderhalve eeuw geleden leefden bijna acht op de tien mensen in grote armoede. Zij moesten, gemeten met de maatstaf van vandaag, rondkomen van minder dan 2 dollar 15 per dag. In 1981 waren nog vijf op de tien mensen extreem arm. En vandaag zijn dat er minder dan een op de tien.
De afgelopen 75 jaar nam de wereldwijde armoede spectaculair af. In 1949, toen de Nederlandse overheid begon met ontwikkelingssamenwerking, was nog 70 procent van de wereld extreem arm, nu is dat minder dan 10 procent. Het is echter een illusie te denken dat ontwikkelingssamenwerking in haar eentje de armoede kan oplossen. Armoede hangt samen met slecht bestuur, met oorlogen en met conflicten, met een ongunstig klimaat en met droogte en overstromingen.
We geven minder dan we denken. In 2022 gaf de Nederlandse overheid 6,2 miljard euro uit aan ontwikkelingssamenwerking. Dat is ongeveer 0,67 procent van ons bruto nationaal inkomen (bni). Dat is iets minder dan de norm van 0,7 procent die rijke landen met elkaar afspraken. Een flink deel van dat bedrag kwam ons land echter niet uit. Zo wordt het eerste jaar van de opvang en onderwijs voor asielzoekers uit dit budget betaald. In 2024 gaat dat om ruim 1,3 miljard euro. Dat maakt van Nederland een grote ontvanger van eigen ontwikkelingsgeld. Zo’n 3,2 miljard euro werd in 2022 daadwerkelijk besteed aan de ontwikkeling van lage- en middeninkomenslanden – iets minder dan 0,4 procent van ons bni en 0,9 procent van onze Rijksuitgaven. Oftewel: van elke euro die Nederland uitgeeft, gaat iets minder dan 1 cent naar ontwikkelingssamenwerking.
De Nederlandse overheid geeft hulp aan ongeveer vijftig landen. We geven niet alleen geld aan landen, maar ook aan multilaterale organisaties zoals de Wereldbank en humanitaire organisaties van de Verenigde Naties en de Europese Unie. In 2021 ging ongeveer een kwart naar voedsel, schoon water en klimaat. Ongeveer een kwart ging naar gezondheid, vrouwenrechten, onerwijs en maatschappelijke organisaties. Nog een kwart ging naar vrede en veiligheid.
In Azië maakte de introductie van nieuwe zaden en irrigatietechnieken een einde aan terugkerende hongersnoden. In zuidelijk Afrika steeg het aantal kinderen dat de basisschool afmaakt in twintig jaar van 55 naar 71 procent. Ontwikkelingssamenwerking was een belangrijke financier van deze vooruitgang.
Miljoenen Nederlanders zetten zich in voor ontwikkelingssamenwerking. Ze geven geld of goederen aan humanitaire of noodhulporganisaties, ze gaan als collectant langs de deuren of ze doen vrijwilligerswerk. Oxfam Novib, Cordaid en Artsen zonder Grenzen hebben met z’n drieën al meer dan een miljoen donateurs. Een onderzoek van Goede Doelen Nederland telde de achterban van 58 van de circa 365 Nederlandse ontwikkelingsorganisaties. Samen hadden zij 2,8 miljoen leden en donateurs, bijna 10.000 vrijwilligers en ruim 11.000 collectanten.